Nog 4 minuten te gaan en wij, het team van mijn zoon, scoren de 2-5 voorsprong. Punten in de pocket en wat een leuke wedstrijd en dat aan het einde van de middag in de stromende regen en wind uit op een modder-waterveld. 4 minuten later, eindstand 6-5 verloren!!!!!!! Hè? Hoe dan?
De middag begon zo goed. Ja, het regent, waait en er is dreiging van een code oranje maar dat is al snel tegenwoordig in Nederland. Het waterveld is meer een modderveld en onze tegenstander staat flink lager op de ranglijst dan wij staan. Lange mouwen aan, goed inlopen en zorgen dat je handen goed warm zijn. We hebben geen wissels vandaag en dat is helemaal niet zo erg, want anders krijg je het toch maar koud.
En we beginnen geweldig. Dynamisch, overspelen, goede acties en het is een genot om te zien. De doelpunten blijven dan ook niet uit. 0-1, 0-2 en het gaat snel. De tegenstander brengt niet zoveel en de stand loopt snel op naar 2-4. Daarna stokt het even, maar 4 minuten voor tijd scoren wij de 5e. Kortom, wedstrijd klaar zou je zeggen. Maar wat gebeurt er dan?
- In minuut 66 presteert de tegenstander de eerste goede aanval op te zetten van de wedstrijd. 3-5. Kan gebeuren.
- Minuut 67; bal uitnemen, direct balverlies, een ram naar voren en de doorgeschoten bal komt bij de spits en die raakt de bal op miraculeuze wijze aan en die vliegt er nog in ook. 4-5.
- Minuut 68; bal uit nemen, weer direct onhandig balverlies en een onhandige overtreding in de eigen cirkel. Strafcorner dus en die vliegt er uiteraard in. 5-5
- Minuut 69, met nog 30 seconden te spelen; nog onhandiger balverlies en een nog onhandiger overtreding en dus weer een corner en jawel, die vliegt er ook in. 6-5
Hoe kan dat nu? Een gevalletje van zeer onhandig balverlies van onze kant en elke bal van de tegenstander die raak is. Dat komt nooit meer voor, maar gebeurt je altijd 1 keer.
Hoe los je dit dan op?
Eigenlijk zou een vuistregel moeten zijn dat je de laatste 10 minuten een voorsprong niet meer uit handen moet geven. En ja, zoals in dit geval, kan het altijd zijn dat je tegen een tegendoelpunt aanloopt en de tegenstander put hier moed uit. Op dat moment moet je het spel gaan vertragen, balbezit en ‘afbreken’. Tenminste als je wilt winnen. Rustig balletje heen en weer, geen duels, geen balverlies, balletje terug en vooral op de overtreding van de tegenstander spelen.
Kortom, tikkie breed. Hoeft niet zo moeilijk te zijn
