Wielrennen is het nieuwe hockey in onze 1,5 meter maatschappij. Met trots kijk ik op mijn fiets-app na een rondje Egmond-Castricum-Heiloo. Bijna gemiddeld 30 km per uur. En ik ben niet de enige de laatste tijd. Onderweg kom je de ene na de andere 40-er in een te strak fietspakje op een te mooie fiets tegen. Het schept een band, want net zoals motorrijders doen, moet je altijd even zwaaien naar elkaar.
Net zoals elke andere sport werkt ook dit verslavend. De eerste keer op zo’n racefiets doet alles pijn. De schoenen zitten niet lekker, zadel te hard en na een halfuur zit je rug helemaal vast door de positie op je fiets. Maar na een paar keer gaat het beter en wil je steeds harder en verder. Bijna net zo leuk als hockey, alleen mis je de 3e helft.
Ook verslavend is het materiaal. Net zoals dat je met een nieuwe hockeystick veel beter kan hockeyen, fietst een glimmende nieuwe fiets ook beter. Welk merk? Hoe is hij afgemonteerd? 105, oh, dan is het goed? Aluminium of carbon? SPD of LOOK pedalen, etc. etc. Allemaal belangrijke vragen, waar je vaak niks van snapt als startende fietser.
Ik zit inmiddels er helemaal in en je wordt er erg hebberig van. Zoals ik sta te glimmen bij een rek nieuwe hockeysticks, zo sta ik inmiddels ook te kijken naar nieuwe fietsen. En ja, hockeyvader heeft er één op het oog. Dus binnenkort zie je hockeyvader op een nieuwe fiets voorbij komen. Probleem is wel dat hij iets boven budget is, dus hockeymoeder moet nog wel even overtuigd