Het is weer zover, schoolvoetbal. Groepen 5 t/m 8 mogen deze weken weer aan de bak. Zo ook mijn zoon. Voetbalschoenen aan, school-kleding en rennen maar. Vooraf moet er uiteraard wel geoefend worden. Training dus. 11 jongentjes rennen over een veldje voor school en schoppen tegen een bal. Wat een genot om ouderwets kinderen buiten bezig te zien i.p.v. achter een schermpje.
De dag daarna komt mijn zoon thuis uit school en roept meteen dat er straks weer getraind gaat worden. Het is lekker weer buiten, dus stimuleren die hap. Na een half uurtje zit hij nog op de bank. ‘We gaan zo beginnen’, roept hij. Echter, na een uur zit hij nog steeds op de bank. Ik ga kijken en zie dat hij op de Playstation zit. ‘Je zou toch gaan trainen?’ Hij is Rocket League aan het spelen, een voetbalspel maar dan met auto’s. FIFA zal straks ook wel voorbij komen.
En nu dat scherm uit!
‘En nu dat ding uit en naar buiten’, zeg ik kwaad. Hij kijkt me boos aan en zegt nog dat ze aan het oefenen zijn. Oefenen voor wat? Schoolvoetbal op de PlayStation? Terwijl ik dat zeg, zie ik ineens mogelijkheden. Een “E-schoolvoetbal-toernooi” op de PlayStation. Klassen vol met leerlingen met koptelefoons op spelen online via een soort regionale FIFA tegen elkaar om het “E-voetbal-kampioenschap”. Is dat de toekomst? Brrrrrr….. ‘En nu naar buiten’, roep ik nog harder om de boodschap nog beter over te laten komen.
Met een boze blik wordt online via de headset onderling afgesproken om toch maar echt te gaan voetballen. Blijkbaar hebben meer ouders commentaar. Hij trekt zijn voetbalschoenen aan en gaat met een bal naar buiten. Na een paar uur komt hij met een rood en bezweet hoofd thuis en ploft op de bank met een glimlach. Toch wel leuk buitenspelen.