Ik stuiter over kuilen en hobbels, zoef door het bos via kleine paadjes en zit vast in het mulle zand. Leuk hoor, op zo’n fiets dwars door het prachtige duinlandschap. Een 40-er op een stoere fiets, in een strak broekje, een buikje in het te krappe wielershirt, met een snelle helm en stoere bril uiteraard. Makkelijk te herkennen.
Ingehaald worden door een groep 60-ers
Een paar jaar geleden is het begonnen. In de zomer en winter, als er niet gehockeyd hoeft te worden, moet je als 40-er toch wat aan je conditie doen. Dan begin je met hardlopen, maar dat had ik al heel snel gezien. Wat is dat verschrikkelijk. Dan maar op de fiets, maar zo dwars door een polder is eigenlijk hetzelfde als hardlopen alleen gaat het wat sneller. Het vervelende is dat je als beginner direct wordt ingehaald door die 60+ ers in gesponsorde kleding in van die groepen. Nee, dat is niks.
Ik stond wel regelmatig op de golfbaan, maar om dat nu sport te noemen? Het is daar wel begonnen, want een golfmaatje van me was gestart met mountainbiken en vroeg ik een keertje mee wilde. Dat sprak me wel aan, want het is stoer en lekker buiten in de natuur. Ik huurde een fiets en hup de duinen in. Na een uurtje kwam ik helemaal kapot terug en had verschrikkelijke zadelpijn. Waarom dat zadel van een fiets zo smal moet zijn heb ik nooit gesnapt. Maar goed, het virus was overgewaaid. Gevolg is uiteraard dat je zelf een fiets wilt hebben. Een “twentyniner” natuurlijk. Wat? Een mountainbike met extra grote wielen, 29 inch. Er moesten weet ik hoeveel versnellingen op, het versnellingsapparaat moest van een bepaald merk zijn en schrijfremmen uiteraard. Gelukkig wist mijn maatje wat ik moest hebben, want voor mij was het gewoon een fiets.
Fietsers en voetgangers is zoals skiërs en snowboarders
Maar dan ben je er nog niet. Helm uiteraard, fietskleding voor zowel in de zomer als winter. Shirtje, broekje (kort en lang), handschoentjes (zomer en winter), jasje, schoenen met clipsysteem, zonnebril, overschoenen, etc. etc. Je hoort het al. Je kan helemaal los gaan en duizenden euro’s er aan besteden. Uiteraard moet je ook van die speciale “gelletjes” hebben om te eten onderweg en dat kan uiteraard geen gewone koek of broodje zijn. Poeder in de drinkbidon en niet alleen water uiteraard. En het bekende zadeltasje met sleutelset en reserveband. Het blijft crossen natuurlijk. En vergeet niet dat je alles vastlegt op Strava, zodat de rest van je omgeving kan zien hoe goed jij bezig bent (of niet juist). En dan de bossen in uiteraard of hier de duinen. Klimmen, dalen, stuiteren, slippen, bochtjes, mul zand, kuilen, takken en opletten op alle snelle jongens die achter je zitten. Op en neer, links en rechts. Draaien en keren zoals dat in fietstermen heet. Extra lastig is de strijd tussen fietsers en voetgangers, waarom weet ik niet, maar dat is als skiërs en snowboarders. Gaat dus niet samen.
Omdat het “off road” is trap je je helemaal het leplazarus, als je niet oplet lig je zo op je snufferd en die zadelpijn is er nog steeds (ondanks het “opa-zadeltje” wat ik heb). Extra nadeel is het fietsen met een maatje die sneller is dan jij bent, zoals bij mij. Dan ga je elke keer helemaal stuk, terwijl je maatje rustig zonder zweet elke keer zo om moet kijken waar je blijft. Leuk hoor, het is pas december en we moeten tot maart door. Dan begint hockey weer. Ik kijk er nu al naar uit.