Het is dinsdagavond en 11 opgeschoten jongens, incl. mijn zoon, van rond de 13 zitten schaapachtig te kijken naar hoe de meisjes aan het trainen zijn. En die meisjes doen het bijzonder goed. Sterker nog, als wij zouden oefenen tegen die meisjes, dan verliezen we dik!
Hockeyvader is geen fan van zaalhockey
Dan zit hun training er op en mogen wij. Ik geef de training omdat de trainer ziek is. Zoals wellicht bekend vind ik als hockeyvader veldhockey helemaal te gek, maar zaalhockey is niet helemaal mijn ding. Extra probleem is dat de vervanger op het laatste moment ook heeft afgezegd, dus komt het helemaal alleen op hockeyvader aan. Toen we de auto instapte had mijn zoon al zo zijn bedenkingen, want hij weet dat ik zaalhockey niks aan vind. Echter, ik weet dan wel niet veel van techniek in de zaal, maar hoe je een wedstrijdje moet spelen wel, dus we gaan vandaag lekker lang een partij spelen.
De meisjes nog gezien?
Ik begin met ze allemaal op een bankje te zetten. ‘Hebben jullie die meisjes net gezien’, vraag ik aan het team. Nou, domme vraag. Natuurlijk hadden ze de meisjes gezien. ‘Ik bedoel niet de meisjes zelf, maar hoe ze aan het hockeyen waren’, meld ik snel. Nou, nee, dat hadden ze dan weer niet gezien natuurlijk. Jammer, want ze hadden er nog heel wat van kunnen leren. Ik leg ze snel even uit wat de bedoeling is vanavond en bij het woord “partijtje” zie ik het merendeel al glimlachen.
Zaalhockey is eigenlijk heel makkelijk
Kijk zaalhockey is eigenlijk heel makkelijk. Niet de technieken, maar het spelletje. Je speelt met 5 spelers en 1 keeper. Je zet 2 spitsen diep, 1 man in het midden en 2 man achterin. Truc is dan dat die 2 man achterin zich vrij spelen (door over te spelen) en dan een lange bal spelen naar de spits die bijna op de achterlijn staat. Deze geeft hem voor en scoren maar. Als je die basis beheerst als team, dan kan je van iedereen winnen.
Joystick hockey
We doen 2 oefeningen waarbij we een lange bal op een diepe spits moeten spelen en daarna doen we een partij, waarbij vooral aandacht is voor de posities in het veld, van meer dan een half uur. Tijdens het partijtje ben ik de spelers bij met een ‘joystick’ ze naar de juiste positie aan het sturen. Ik fluit ook af en toe, maar weet de regels niet helemaal, dus laat lekker veel doorspelen. Vinden de jongens ook leuk. Mijn zoon gaat als de brandweer en speelt vanuit linksachter de ene na de andere lange bal op de spits. Zaalhockey kan zo makkelijk zijn!
Na een uurtje zijn we klaar. Alles opruimen en hup de auto in naar huis. Eenmaal thuis vraagt mijn vrouw aan mijn zoon: ‘en?’ Het ging goed en papa deed het prima. Hij weet misschien niet zoveel van zaalhockey, maar hij is wel heel duidelijk en zegt wat je moet doen. Dan is dat tenminste overgekomen. ‘En voor jou?’ Het ging goed. Sterker nog ik ga het bijna leuk vinden, bijna.